Financiering cultuureducatie uit prestatiebox en lumpsum

Financiering cultuureducatie uit prestatiebox en lumpsum

De lumpsum is één budget voor alle kosten dat scholen ontvangen van OCW. Tot en met dit schooljaar kwam bovenop de lumpsum nog aanvullend geld beschikbaar via de prestatiebox, onder andere bedoeld voor cultuureducatie.

Geld voor cultuureducatie in de prestatiebox

Voor schooljaar 2020-2021 is, voorlopig, 203,68 euro per leerling aanvullend beschikbaar gesteld uit de prestatiebox. Scholen moeten dit geld gebruiken voor de doelen die het ministerie aan de box heeft gekoppeld, zoals talentontwikkeling. Cultuureducatie en techniekonderwijs vallen onder de doelstelling talentontwikkeling door uitdagend onderwijs.

Van de voorlopig vastgestelde 203,68 per leerling is een bedrag uit de Prestatiebox gereserveerd voor cultuureducatie. Voor 2020-2021 is dit vooralsnog 16,37 euro per leerling. Dit bedrag is inclusief de 3 euro per leerling voor museumbezoek. Zo kan iedere basisschoolleerling minimaal één keer in zijn schooltijd naar een museum.

Voor het jaar 2020-2021 is het volgende bedrag dus geoormerkt voor culturele vorming uit de lumpsumbegroting en de Prestatiebox regeling: 105,31 euro per school plus 20,76 euro per leerling (4,39 euro plus 16,37 euro).

Het algemeen doel van de regeling is om de prestaties van leerlingen, leraren en schoolleiders te vergroten. Meer in het bijzonder is het doel om de samenhang binnen het leergebied kunstzinnige oriëntatie te vergroten en de kwaliteit van cultuureducatie te verhogen.

Met ingang van 2021-2022 verdwijnt de prestatiebox, maar niet het aanvullende budget voor cultuureducatie. Dat geld wordt opgenomen in de lumpsum en het ministerie gaat monitoren dat het wel gebruikt blijft worden voor dit doel.

Voorwaarden en verantwoording

De scholen zijn verplicht om in hun jaarverslag en jaarrekening te melden waaraan zij de middelen voor de prestatiebox uitgegeven. Met het opnemen van het budget in de lumpsum komt deze specifieke verantwoording vanaf schooljaar 2021-2022 te vervallen. Toch wil het ministerie wel zicht houden op dit specifieke budget voor cultuureducatie, ook om de aandacht voor cultuureducatie vast te houden. Daarvoor zal het ministerie via monitoring en vragenlijsten de komende jaren scholen bevragen over de inzet op dit gebied.

Tip voor cultuurcoördinatoren

Maak een cultuureducatieplan met een duidelijk voorstel voor de besteding van het bedrag dat bestemd is voor cultuureducatie. Leg dit tijdig voor aan de directie zodat het meegenomen kan worden in het strategisch meerjarenplan en in de meerjarenbegroting.

Lumpsum

In de lumpsumbegroting staan posten voor onder meer personeel, leermiddelen, excursies, presentaties, deskundigheid en schoolontwikkeling. Hiermee krijgen schoolbesturen een grotere bestedingsvrijheid. Ze kunnen het beleid beter afstemmen op de situatie van de school en het maakt maatwerk voor leerlingen mogelijk. Schoolbesturen moeten verantwoording afleggen over hun keuzes aan personeelsleden, leerlingen, ouders en andere belanghebbenden.

De Velo (vereenvoudigde Londo-gelden), onderdeel van de lumpsum, zijn bestemd voor culturele vorming. Het budget is € 105,31 per school en € 4,39 per leerling. Dit geld is voor culturele activiteiten, de aanschaf van een methode, materiaal of scholing voor het personeel over cultuureducatie. Daar komen tot en met schooljaar 2020-2021 de prestatieboxgelden nog eens bovenop.